Meldcode mishandeling en huiselijk geweld
Meldcode mishandeling en huiselijk geweld
Als school hanteren we een meldcode om mishandeling en huiselijk geweld te voorkomen en tegen te gaan. De school gebruikt een stappenplan als er vermoedens zijn van mishandeling. Dit stappenplan is hieronder te vinden. Bij de meldcode hoort ook het Afwegingskader meldcode onderwijs en leerplicht / RMC uit 2018. Dit is in bezit van de IB’er en vertrouwenspersonen en opvraagbaar bij de algemeen directeur. Zie ook: www.afwegingskadermeldcode.nl.
Stappenplan meldcode
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Als een leerkracht signalen opvangt van huiselijk geweld of kindermishandeling, brengt hij deze signalen in overleg met de IB-er of directeur in kaart. Hij legt de signalen vast in ParnasSys, evenals (de uitkomsten van) de gesprekken die gevoerd worden over de signalen, de stappen die gezet worden en de besluiten die genomen worden. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd.
Stap 2: collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
De tweede stap is het overleg over de signalen. Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, is overleg met een deskundige collega noodzakelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld of kindermishandeling binnen het KOC of aan het zorg- en adviesteam van de school. Daarnaast kan op basis van anonieme cliëntgegevens ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld worden geraadpleegd.
Stap 3: gesprek met de cliënt
Na het collegiaal overleg en eventueel het adviesgesprek met een externe instantie volgt een gesprek met de leerling/betrokkene. Omdat openheid een belangrijke grondhouding is, wordt zo snel mogelijk contact gezocht met de betrokkene (of met zijn ouders) om de signalen te bespreken. Soms zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen, dan zijn de volgende stappen van het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen gezet.
In het gesprek met de betrokkene gaat het er om dat de leerkracht:
- het doel van het gesprek uitlegt;
- de signalen, dit wil zeggen de feiten die zijn vastgesteld en de waarnemingen die zijn gedaan, bespreekt;
- de betrokkene uitnodigt om daarop te reageren;
- en pas na deze reactie (in stap 4) zo nodig komt tot een interpretatie van wat is gezien en gehoord en wat hem in reactie daarop verteld is.
Geen gesprek met de cliënt
Van een gesprek kan worden afgezien als door het voeren van het gesprek de veiligheid van een van de betrokkenen in het geding zou kunnen komen. Zo is het denkbaar dat een leerkracht besluit om zijn vermoeden van seksueel misbruik nog niet met de dader te bespreken, omdat hij het risico aanwezig acht dat de dader zich, na dit gesprek, op het slachtoffer af zal reageren. Ook kan worden afgezien van een gesprek als er goede redenen zijn om aan te nemen dat de betrokkene daardoor de contacten met de leerkracht zal verbreken, waardoor de betrokkene uit het zicht raakt.
Het is van belang dat de leerkracht het gesprek met de betrokkene aangaat, ondanks zijn mogelijk jonge leeftijd, tenzij dat een gesprek vanwege de leeftijd echt niet mogelijk of te belastend is. De leerkracht beoordeelt samen met de IB-er of een gesprek zinvol en mogelijk is, zo nodig in overleg met de schooldirecteur.
Gesprek met de ouder(s)
Normaal gesproken zal er, omdat het om minderjarige betrokkenen gaat, ook een gesprek over de signalen worden gevoerd met de ouder(s)/verzorger(s). Dit is niet alleen van belang als de ouders/verzorgers mogelijkerwijs betrokken zijn bij het huiselijk geweld of de mishandeling, maar ook als dit niet aan de orde is. Want de ouders/verzorgers behoren, zeker als zij het gezag uitoefenen, als regel te worden geïnformeerd over wat er bij hun kind speelt.
Een gesprek met (een van) de ouders kan achterwege blijven in verband met de veiligheid van het kind of die van anderen. Bijvoorbeeld als de leerkracht redenen heeft om aan te nemen dat hij het kind dan uit het oog zal verliezen, omdat de ouders het kind van school zullen halen of dat het geweld zal escaleren.
Bij de volgende stappen wordt het afwegingskader gebruikt.
Stap 4: wegen van het geweld of de kindermishandeling
Na de eerste drie stappen beschikt de leerkracht al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de signalen die hij heeft vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de betrokkene en het advies van collega’s en deskundigen. In stap 4 komt het er op aanerop aan dat de leerkracht deze informatie weegt. Deze stap vraagt van de leerkracht dat hij het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling inschat, evenals de aard en de ernst van dit geweld. De leerkracht hoeft dit niet alleen te doen. Dit gebeurt in principe met het ondersteuningsteam. Vanzelfsprekend kan ook bij deze stap advies worden ingewonnen bij deskundigen, zoals de aandachtsfunctionaris, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Stap 5: beslissen: hulp organiseren of melden
Na de weging van stap 4 komt het ondersteuningsteam tot een besluit: zelf hulp organiseren of een melding doen. Waar het bij deze afweging om gaat, is dat de school beoordeelt of zijzelf, gelet op de interne competenties, haar verantwoordelijkheden en haar professionele grenzen, in voldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren. In alle gevallen waarin zij meent dat dit niet of maar gedeeltelijk het geval is, doet de schooldirecteur een melding.
Hulp organiseren en effecten volgen
Meent de school dat zij de betrokkene voldoende kan beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling, dan biedt of organiseert zij de hulp die daarvoor nodig is. Zij volgt de effecten van deze hulp en doet alsnog een melding als het geweld niet blijkt te stoppen of opnieuw oplaait.
Melden
Meent de school dat zij niet in staat is om de betrokkene voldoende te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling, dan doet de schooldirecteur een melding zodat de signalen nader kunnen worden onderzocht en acties in gang kunnen worden gezet die de betrokkene en zijn gezinsleden voldoende beschermen. Een melding wordt vooraf afgestemd met het College van Bestuur van de coöperatie.
Bij een melding dient de melder zoveel mogelijk zijn signalen te melden, dit wil zeggen de feiten en gebeurtenissen die zijn waargenomen. Meldt de melder ook feiten en gebeurtenissen die anderen hebben gezien of gehoord, dan moet hij deze ‘andere bron’ duidelijk in de melding noemen.
Veilig Thuis doet na een melding onderzoek naar de signalen. Dit wil zeggen dat de medewerkers in gesprek gaan met de ouders en met leerkrachten die met het kind te maken hebben. Op basis van de resultaten van dit onderzoek besluit men wat er moet gebeuren. Vaak zal vrijwillige hulp in gang worden gezet, maar het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Veilig Thuis kan ook beslissen om een melding te doen bij de Raad voor de Kinderbescherming en/of om aangifte van mishandeling te doen bij de politie.
Veilig Thuis zal na een melding contact zoeken met de betrokkene om te beoordelen welke hulp noodzakelijk is, om vervolgens deze hulp voor het slachtoffer en de pleger (in het kader van Wet tijdelijk huisverbod) te organiseren en hen daarvoor zo nodig te motiveren.
Uitspraak Onderwijsgeschillencommissie
De school is in beginsel gehouden om relevante informatie aan het meldpunt te verstrekken. Voorts is niet vereist dat er overeenstemming met de ouders bestaat over de inhoud van de te verstrekken informatie. Wel dient een school in beginsel ouders op de hoogte te stellen dat en door wie informatie is gevraagd. (105018, uitspraak Onderwijsgeschillen)
Wij zien het in het algemeen als onze morele plicht om informatie aan te leveren aan Veilig Thuis als overheidsorganisatie, omdat het de veiligheid van de kinderen betreft. De informatie moet wel specifiek betrekking hebben op (vermoedens van) fysieke of psychische mishandeling / verwaarlozing of seksueel misbruik en gaat niet over bijvoorbeeld leerresultaten.
Als Veilig Thuis de school vraagt om informatie, vraagt de school aan Veilig Thuis wat de aanleiding is en in welk kader het onderzoek plaatsvindt. Veilig Thuis hoeft op deze vraag geen antwoord te geven, maar het vergemakkelijkt de focus van de school in het antwoord.
De schooldirecteur, de IB-er en de betreffende leerkracht(en) zetten vanuit ParnasSys de informatie op een rij over het betreffende kind (of de betreffende kinderen). Zij wegen of er voldoende informatie is om aan Veilig Thuis te geven. Indien dat niet het geval is, geeft de schooldirecteur dat antwoord schriftelijk aan Veilig Thuis. Hiervan wordt de algemeen directeur op de hoogte gesteld.
Indien er voldoende informatie is om aan Veilig Thuis te melden, wordt deze door de IB-er op schrift gesteld. In deze reactie is duidelijk weergegeven wat feiten en signalen zijn en door wie deze zijn geconstateerd. Ook moet duidelijk worden gemaakt aan Veilig Thuis welke signalen besproken zijn met de ouders en welke niet. Na goedkeuring door leerkracht(en) en schooldirecteur, wordt de informatie voorgelegd aan de algemeen directeur. Het uitvoerend bestuur besluit vervolgens de informatie te versturen. De schooldirecteur mailt vervolgens de informatie aan de ouders. Ouders hebben geen invloed op de informatie die gegeven wordt aan Veilig Thuis. Hierna wordt deze informatie gemaild aan Veilig Thuis.
Naast het gebruik van de meldcode, werken we als school mee aan Handle with Care. Handle with Care is een initiatief om kinderen die thuis betrokken zijn bij huiselijk geweld snel te steunen om zo de korte en lange termijneffecten van huiselijk geweld tegen te gaan. Handle with Care richt zich op snelle sociale steun op school voor kinderen van vier tot achttien jaar die te maken hebben met huiselijk geweld. Dit betekent dat het kind de dag na het incident al steun krijgt. School is voor veel kinderen een veilige plek en docenten zijn goed in staat gepaste steun te bieden (en beschouwen dat ook als hun taak), maar dan moeten ze wel weten dat het thuis speelt. Voor meer informatie over Handle with Care kunt u contact opnemen met de school.